Groep 4:
Te laat, te laat, alweer te laat op school.
Ik moet een smoes verzinnen maar ik weet er geen.
Te laat, te laat, alweer te laat op school.
Heb Jij voor mij een hele goede smoes te leen?
Ik moest mijn tanden poetsen, want ze waren vies,
En toen kwam ik te laat, op mijn nieuwe fiets.
Ik was op weg naar school en ik zag een kwaaie egel,
En die liet mij vallen, bovenop een tegel.
Ik ging naar school en toen zag ik een kat,
Die miauwde naar mij en beet me in mijn gat!
Ik ging naar school en een paard kwam achter me aan,
Ik ging toen hard rennen, naar de maan!
Mijn vliegtuig wou niet starten, de piloot lag op zijn bed,
Want hij had een keer, zijn wekker niet gezet.
Ik kwam te laat op school,
Want ik viel hard door een mol.
Ik schrok van een slak en toen viel ik van mijn fiets,
Ik was toen te laat want was helemaal vies!
Ik viel hard, van de trap,
op een slak.
Ik zag een eenhoorn in de stad,
dus is het logisch dat ik de tijd vergat.
Ik ben te laat op school, maar dat is echt niet gek.
Want mijn fiets is kapot, de band is lek.
Groep 5
Te laat, te laat, alweer te laat op school.
Ik moet een smoes verzinnen maar ik weet er geen.
Te laat, te laat, alweer te laat op school.
Heb Jij voor mij een hele goede smoes te leen?
Ik werd vanmorgen wakker en toen dacht ik ik heb vrij
Maar dat bleek een droom, dus ik vergiste mij.
Ik moest mijn band op pompen, want die was lek,
Dus juf ik ben te laat, vind je dat zo gek?
Ik was mijn wekker vergeten te zetten,
Dus volgende keer moet ik opletten.
Mijn broertje had mijn goudvis in de wc gegooid,
Toen moest ik hem gaan redden, want anders gaat-ie dood.
Ik ben veel te laat want ik was vreeslijk nat
Ik viel door de kraan, plons in het bad.
Ik werd te laat wakker maar mijn ouders waren weg
Dus ik moest snel weg, anders had ik pech.
Mijn moeder had de wekker op zeven uur gezet,
Dus kwam ik te laat, met mijn nieuwe pet.
Mijn auto was kapot, dus moest ik op de fiets,
Maar mijn fiets had zich verslapen, dus aan hem had ik niets.
Ik was bij mijn oma met het ontbijt,
En dat was zo gezellig we vergaten de tijd.
Mijn auto, die is weg,
want hij had pech, onderweg.
Ik moest lopen want mijn fietssleutel was kwijt.
En dat kostte enorm veel tijd.
Ik was met mijn paard, gebakjes aan het eten,
En daarom ben ik de tijd vergeten.